Inhoudsopgave
bzip is een comprimeerprogramma. Het wordt vandaag de dag bijna niet meer gebruikt omdat het is vervangen door bzip2. Bzip2 geeft een veel betere compressie.
De io-slave bzip is niet direct bruikbaar. Het is bedoeld om als filter te worden gebruikt. De io-slave tar kan bijvoorbeeld een bestand door deze io-slave filteren om de inhoud van een tar.bz
-archief direct in een Konqueror-venster te tonen.
Als u op een gecomprimeerd bestand met de extensie bz
klikt in Konqueror, dan wordt deze io-slave gebruikt om het uit te pakken en als een normaal, ongecomprimeerd bestand te tonen.
Als u een ontwikkelaar bent en het bzip-filter graag wilt gebruiken, dan kunt u informatie over het gebruik van io-slaves vinden op /http://developer.kde.org.
Bzip2 is een comprimeerprogramma
De io-slave bzip2 is niet direct bruikbaar. Deze is bedoeld om als een filter te geburiken. De io-slave tar kan bijvoorbeeld een bestand door deze io-slave filteren om de inhoud van een tar.bz2
-archief direct in een Konqueror-venster te tonen.
Als u in Konqueror op een bestand klikt met de extensie bz2
, dan zal de bzip2 io-slave worden gebruikt om het uit te pakken en als een normaal ongecomprimeerd bestand te tonen.
Als u een ontwikelaar bent en u wilt graag het bzip2-filter gebruiken, dan kunt u informatie over het gebruik van io-slaves vinden op http://developer.kde.org.
Zie ook de man-pagina: bzip2.
Met de io-slave CGI kunt u CGI-programma's uitvoeren zonder dat u een webserver nodig heeft. Dit kunt u bijvoorbeeld gebruiken voor het lokaal testen van CGIprogramma's of voor het gebruik van zoekmachines die alleen een CGI-schil bieden, zoals Doxygen.
Deze io-slave implementeert het protocol cgi:. Het gebruikt de bestandsnaam van het opgegeven URL-adres en doorzoekt een instelbare lijst met mappen. Als het een uitvoerbaar programma vindt met de opgegeven naam dan wordt dit programma uitgevoerd. Alle argumenten in het URL-adres worden aan het programma doorgegeven, en de omgevingsvariabelen die het CGI-programma nodig heeft worden ingesteld.
Met Data URL-adressen kunt u kleine hoeveelheden data in het URL-adres zelf stoppen. Dit is handig voor kleine HTML-testen of andere gelegenheden die niet een eigen bestand nodig hebben.
data:,proefje
(let op de komma na de dubbele punt) levert een tekstdocument op met daarin alleen de tekst proefje
Het laatste voorbeeld leverde een tekstdocument op. Voor HTML-documenten dient u het MIME-bestandstype text/html
op te geven: data:text/html,<titel>Test</title><p>Dit is een test</p>
. Dit levert exact dezelfde uitvoer op als wanneer een bestand met deze inhoud was geladen.
Alternatieve tekensets kunnen ook worden weergegeven. Let er op dat u 8-bit tekens dient te markeren met het procentteken en de uit 2 tekens bestaande hexadecimale codes: cata:;charset=iso-8859-1,Gr%FC%DFe aus Schl%E4gl
geeft Grüße aus Schlägl
als resultaat terwijl als u de tekenset zou weglaten u zoiets als bijv. Gr??e aus Schl?gl
zou zien.
IETF RFC2397 geeft meer informatie.
Het file-protocol wordt gebruikt door alle KDE-toepassingen om lokale bestanden weer te geven.
Het invoeren van file:/mapnaam
in Konqueror toont de bestanden in deze map.
Finger is een programma om informatie over een gebruiker te tonen.
Als finger is ingeschakeld op de externe computer, dan kunt u informatie ophalen over de echte naam van de gebruiker, of ze momenteel zijn aangemeld, of ze e-mail hebben ontvangen en u kunt de tekst van het bestand .plan
in hun persoonlijke map lezen.
Finger wordt normaal geassocieerd met een gebruiker@computernaam adres dat niet gelijk aan het e-mailadres hoeft te zijn.
De meeste internetaanbieders staan geen finger-toegang toe dus het kan goed mogelijk zijn dat u geen nuttig antwoord voor de meeste personen krijgt.
Sommige mensen gebruiken kun lokale .plan
-bestand om informatie zoals PGP- sleutels aan te bieden, of schrijven in het bestand dat ze momenteel op vakantie zijn. Allerhande informatie kan via het bestand worden aangeboden.
Gebruik de finger-io-slave als volgt: finger://
gebruikersnaam
@computernaam
Zie ook de man-pagina: finger.
Staat u toe om toegang te krijgen tot bestanden op een andere computer met behulp van Secure Shell (SSH) protocol. Op de externe computer moet de SSH-daemon draaien. Verder maakt de rest van het protocol gebruik van de standaard commandoregelprogramma's zoals hieronder beschreven.
U gebruikt de kioslave fish als volgt: fish://
of hostnaam
fish://
.gebruikersnaam
@hostnaam
U moet dubbele slashes gebruiken.
U kunt de gebruikersnaam
(en het @-teken) achterwege laten als u dezelfde gebruikersnaam hebt op beide computers.
U kunt een wachtwoord als volgt opgeven: fish://
, maar dit is niet strikt noodzakelijk. U zult vanzelf om een wachtwoord gevraagd worden.gebruikersnaam
:wachtwoord
@hostnaam
Als u de SSH-daemon op een niet-standaard poort draait, dan kunt u die poort opgeven met behulp van de normale URL-syntaxis zoals hieronder: fish://
.hostnaam
:poortnummer
FISH zou moeten werken met elke POSIX compatibele, op UNIX® gebaseerde computer. Het maakt gebruik van de shellcommando's cat, chgrp, chmod, chown, cp, dd, env, expr, grep, ls, mkdir, mv, rm, rmdir, sed, en wc. FISH start een /bin/sh-shell als zijn shell en verwacht dat dit een bourne shell is (of op zijn minst een Bourne-compatibele shell zoals bash). Als de commando's sed en file als ook het bestand /etc/apache/magic
met MIME-type handtekeningen aanwezig zijn, dan zullen die worden gebruikt voor het bepalen van de MIMEBestandstypen.
Als perl aanwezig is op de andere computer dan zal dit in plaats van de hiervoor genoemde commando's worden gebruikt. In dat geval zijn alleen env en /bin/sh nodig. Het gebruik van perl heeft als bijkomend voordeel dat het sneller is.
Fish zou mogelijk ook kunnen werken op Windows®-computers als hulpprogramma's zoals Cygwin zijn geïnstalleerd. Alle bovenstaande commando's dienen dan in de omgevingsvariabele PATH
van het systeem te staan en de oorspronkelijke shell dient in staat te zijn om het commando echo FISH:;/bin/sh correct te kunnen uitvoeren.
De diskette io-slave geeft u eenvoudige wijze toegang tot de diskettestations die zich in uw computer bevinden.
De stationsaanduiding wordt de eerste submap in het URL-adres. Bijvoorbeeld, als er een bestand genaamd logo.png
op de diskette in diskettestation A staat, het URL-adres floppy:
/a/logo.png
Als u station B wilt benaderen dan is floppy:/b
voldoende. floppy:/ is een snelkoppeling voor floppy:/a.
Merk op dat floppy:/logo.png betekent dat u een diskettestation genaamd logo.png
heeft.
Voor het gebruik van deze io-slave heeft u het pakket mtools nodig. Deze io-slave biedt ondersteuning voor alle verschillende commando's die door de mtools-programma's worden aangeleverd. U hoeft een diskette niet aan te koppelen (“mounten”), typ eenvoudigweg floppy:/
in elke KDE 3.x-toepassing en u kunt elk diskettestation benaderen om bestanden te openen of op te slaan.
Het werkt ook met USB-sticks, Zip- en JAZ-schijven. U kunt bijv. floppy:/u voor de USB-stick en floppy:/z voor de Zip-schijf gebruiken. Om dit mogelijk te maken dient u het bestand /etc/mtools
aan te passen. Kijk in de man-pagina van mtools voor meer informatie.
De io-slave geeft lees- en schrijftoegang tot het diskettestation maar niet tegelijkertijd. U kunt de diskette lezen en beschrijven in dezelfde sessie. Maar het lezen en schrijven zal na elkaar worden uitgevoerd, dus niet op hetzelfde moment.
Auteur: Alexander Neundorf (neundorf AT kde.org)
FTP is de Internetservice die gebruikt wordt om bestanden van de harde schijf van de ene computer naar de harde schijf van de andere computer te verplaatsen, ongeacht het onderliggende besturingssysteem.
Net als bij andere Internettoepassingen gebruikt FTP de client-server aanpak — een gebruiker voert het FTP-programma op zijn computer uit, laat het verbinding maken met een andere computer en verzoekt het programma vervolgens om een of meerdere bestanden over te zetten. Het lokale FTP-programma wordt dan de client die van TCP-protocol gebruik maakt om het FTP-server op de andere machine te benaderen. Telkens als de gebruiker een bestand overzet werken de server en de client samen om een kopie van de data over het Internet te versturen.
FTP-servers die “anonieme FTP” toestaan bieden elke gebruiker, dus niet alleen aan gebruikers met een account op die computer, de mogelijkheid om de “FTP”-archieven door te bladeren en bestanden te downloaden. Sommige FTP-servers staan ook het uploaden van bestanden door gebruikers toe.
FTP wordt over het algemeen gebruikt om informatie en software op te halen van FTP-sites verspreid over de hele wereld.
Bron: http://tlc.nlm.nih.gov/resources/tutorials/internetdistlrn/ftpdef.htm
Zie ook de man-pagina: ftp.
gopher begon als een gedistribueerd campus informatiesysteem op de universiteit van Minnesota. Gopher geeft de gebruiker de mogelijkheid om informatie op te halen van Gopher-servers die via het internet bereikbaar zijn.
Gohper is een Internet Informatie-bladerservice die gebruik maakt van een menugestuurde interface. Gebruikers selecteren informatie uit menu's, die een ander menu of een tekstbestand kunnen weergeven. Een item waar u om vraagt kan op de server aanwezig zijn waaraan u het verzoek deed, of het kan aanwezg zijn op een andere Gopher-server (of een andere computer zonder Gopher). Gopher kan de informatie van andere computers “tunnelen” zonder dat u merkt dat de informatie van een andere Gopher-server wordt gehaald. Gopher houdt de exacte locatie van machines geheim voor de gebruiker en geeft zo de “illusie” van een grote set van aan elkaar gekoppelde menu's.
Gopher staat de gebruiker toe om de locatie van een item in een “bladwijzer” op te slaan zodat gebruikers direct via deze “bladwijzer” bij een bepaald menu terecht kunnen komen zonder te hoeven zoeken. Gopher-menu's zijn niet gestandariseerd en worden door iedere Gopher-server individueel bepaald.
Bron: http://tlc.nlm.nih.gov/resources/tutorials/internetdistlrn/gophrdef.htm
gzip is een comprimeerprogramma.
De io-slave gzip is niet direct bruikbaar. Deze is bedoeld om als een filter te geburiken. De io-slave tar kan bijvoorbeeld een bestand door deze io-slave filteren om de inhoud van een tar.gz
-archief direct in een Konqueror-venster te tonen.
Als u in Konqueror op een bestand klikt met de extensie gz
, dan zal de gzip io-slave worden gebruikt om het uit te pakken en als een normaal ongecomprimeerd bestand te tonen.
Als u een ontwikkelaar bent en graag het gzip-filter zou willen gebruiken, dan kunt u informatie over het gebruik van io-slaves vinden op http://developer.kde.org.
Zie ook de man-pagina: gzip.
http is het HyperText Transfer Protocol.
De io-slave http wordt door alle KDE-toepassingen gebruikt voor het afhandelen van verbindingen met http, oftewel webservers. Deze io-slave wordt het meest gebruikt voor het tonen van webpagina's in het bladerprogramma Konqueror Webbrowser.
U kunt de http io-slave in Konqueror gebruiken door een URL-adres op te geven, zoals http://
.www.kde.nl
Zie ook de man-pagina: http.
HTTPS is HTTP ingekapseld in een SSL/TLS datastroom.
SSL is het Secure Sockets Layer-protocol, een beveiligingsprotocol dat communicatieprivacy biedt over het internet. Het protocol geeft de mogelijkheid om client/server-toepassingen te laten communiceren op een manier die is ontworpen om afluisteren, knoeien, of berichtvervalsing te voorkomen.
TLS staat voor Transport Layer Security
Het IMAP4rev1-protocol (Internet Message Access Protocol) stelt u in staat berichten in postmappen op een server te benaderen. Anders dan bij POP3, wat ontworpen is om berichten te downloaden en ze van de server te verwijderen, is het doel van IMAP: het opslaan van alle berichten op de server om ze overal te kunnen lezen. Berichten kunnen worden opgeslagen, opgehaald of tussen mappen verplaatst.
Deze plugin wordt momenteel vooral gebruikt door KMail, maar u kunt het ook in elk ander programma gebruiken dat io-slave plugins ondersteunt.
Bijvoorbeeld in Konqueror kunt u gewoon het volgende typen: imap://username@your.mail.server/
om uw IMAP-mappen te openen. U kunt op deze wijze de mappen en berichten op dezelfde manier benaderen als en mappen en bestanden op een lokaal bestandssysteem. IMAP URL-adressen zijn gedefinieerd in RFC 2192.
IMAPS is het IMAP-protocol beveiligd via SSL.
Info is een type documentatie. De documenten zijn geschreven in een formaat genaamd texinfo en kunnen worden gelezen met het commandopromptprogramma info.
De io-slave info geeft u de mogelijkheid om de info-pagina's die op uw systeem zijn geïnstalleerd vanuit Konqueror in te zien. U kunt het heel gemakkelijk gebruiken:
info:gcc
Dit opent de hoofdpagina van de info-documentatie voor de gcc-compiler.
Info is een GNU-vervanging voor man, maar is niet erg ver verspreid buiten de GNU-software.
U kunt heel erg gemakkelijk de op uw systeem geïnstalleerde info-documentatie doorbladeren vanuit KHelpCenter, of u kunt de info io-slave direct vanuit Konqueror of de mini-cli gebruiken.
Dit protocol is bedoeld om een soort van “netwerkomgeving” aan te bieden. Het is alleen afhankelijk van het TCP/IP-protocol en kan daardoor meer protocollen benaderen dan alleen SMB.
Deze io-slave kan gebruik maken van FTP, HTTP, SMB, NFS en FISH.
U dient het eerst in te stellen in de module KControl, ->. Voor meer informatie kijkt u in het Lan Browsen-handboek.
ldapis een lichtgewicht “directory acces protocol”. Het biedt toegang tot een X.500-directory of naar een alleenstaande LDAP-server.
U kunt deze io-slave als volgt gebruiken:
ldap://host:poort/ou=People,o=waar,c=de??sub
voor een zoekopdracht in een sub-boomstructuur
of ldap://host:poort/cn=MM,ou=People,o=waar,c=de??basis
voor een complete boomstructuur.
De io-slave mailto wordt gebruikt wanneer u op een mailto-koppeling in een HTML-pagina klikt. Konqueror zal dan het door u geprefereerde e-mailprogramma starten met het venster om een nieuw e-mailbericht op te stellen. Alle informatie die in het URL-adres van de koppeling aanwezig is zal voor u worden ingevuld.
Zie ook de man-pagina: mailto.
De io-slave mac geeft u de mogelijkheid om een HFS+-partitie te benaderen vanuit Konqueror of vanuit ieder ander KDE bestandsdialoog. Het maakt gebruik van dehfsplus hulpprogramma's. Daarom is het nodig dat u deze op uw systeem heeft geïnstalleerd.
Voer mac:/
in in Konqueror en u zult de inhoud van uw Mac OS-partitie zien. Als u kio-mac nog nooit heeft gebruikt dan zult u waarschijnlijk een foutmelding zien die aangeeft dat u niet de juiste partitie heeft opgegeven. Voer dan iets in als dit: mac:/
om de partitie aan te geven (als u niet weet op welke partitie Mac® OS staat dan kunt u het proberen te raden door hda2 in hda3 enz. te veranderen of door gebruik te maken van het printcommando van mac-fdisk). De io-slave onthoudt de laatstgebruikte partitie zodat u het de volgende keer niet meer hoeft op te geven.?dev=/dev/hda2
Met de Hfsplus-hulpprogramma's kunt u de bestanden kopiëren naar een andere partitie. U kunt echter geen data naar HFS+-partitie kopiëren of de bestandsnamen wijzigen.
HFS+ houdt eigenlijk 2 bestanden bij voor ieder bestand dat u ziet (genaamd forks): een resource fork en een data fork. De standaard kopieermodus kopieert alleen de data fork (in raw data-modus). Tekstbestanden worden in tekstmodus gekopieerd. (zelfde als raw data-modus, maar de regeleindes worden omgezet naar UNIX;-regeleindes, en bepaalde tekens worden verwijderd. Dit is ten zeerste aan te bevelen voor tekstbestanden) tenzij u anders aangeeft. U kunt de bestanden ook in Mac Binary II-formaat kopiëren, of tekst- of raw data-formaat specificeren met een andere zoekopdracht: mac:/myfile?mode=b
of mac:/myfile?mode=t
Zie ook de man-pagina hpcopy voor meer informatie.
Opmerking: Voor het lezen van uw HFS+ partitie heeft u leesrechten nodig. Hoe u deze rechten krijgt is afhankelijk van uw distributie.
Om een bepaalde reden eindigen sommige directories in Mac® OS in een raar lang “f” teken. Dit verwart de hfstools.
Met de io-slave man ikunt u de man-documentatie die op uw systeem is geïnstalleerd lezen. Het is zeer eenvoudig in gebruik:
man:
Opent de secties van de man-pagina's, klik om de rest te vinden.
man:fopen
Opent de man-pagina van fopen.
man:fopen(3)
Opent de man-pagina van fopen in sectie 3.
man:(3)
Opent de index van sectie 3.
man:intro(3)
Opent de inleiding van sectie 3.
Als er meerdere man-pagina's beschikbaar zijn voor de door u ingevoerde naam, dan wordt er een lijst geopend waarin u de man-pagina die u wilt bekijken kunt kiezen.
Er is ook een snelkoppeling: #fopen
, welke hetzelfde effect heeft als bovenstaand URL-adres.
Als u niet al uw man-pagina's kunt vinden, pas dan het configuratiebestand /etc/manpath.config
aan (of een bestand met een vergelijkbare naam, afhankelijk van uw distributie), of wijzig de omgevingsvariabelen MANPATH
en MANSECT
.
Zoals met elke andere KDE io-slave is het mogelijk om een URL-adres in te voeren, zoals man:socket
, in elk KDE-programma. Probeer dit eens in KWrite en u zult de man-pagina in HTML-opmaak zien.
Contact-mailinglijst: (kde-devel AT kde.org)
MRML staat voor Multimedia Retrieval Markup Language. MRML is een op XML gebaseerd protocol om gestandaardiseerd toegang te krijgen voor multimedia "ophaal" programma's. Kijk op http://www.mrml.net voor meer informatie.
kio_mrml wordt in KDE gebruikt in voor de mogelijkheid om afbeeldingen te zoeken
bijv. typ mrml:/
of mrml:/een.andere.server
in Konqueror in om te zoeken naar afbeeldingen.
De io-slave news wordt gebruikt als u een news-kopppeling op een webpagina aanklikt. De nieuwslezer KNode zal worden opgestart, en als de groep waarnaar de news-koppeling verwijst beschikbaar is op uw news-server, dan wordt u ingeschreven bij deze groep. Hiervoor zal het eerst beschikbare account dat u in KNode hebt ingesteld worden gebruikt.
U kunt uzelf uitschrijven vanuit KNode als u de nieuwsgroep niet wilt lezen. Klik met de muisknop op de groep en selecteer vervolgens de optie .
Sun's NFS- protocol biedt u transparante toegang tot bestanden op andere computers via gedeelde bestandssystemen over netwerken. Het NFS-protocol is ontwikkeld om computer-, besturingssyteem-, netwerkachitectuur- en transportprotocol-onafhankelijk te werken. Deze onafhankelijkheid wordt bereikt door het gebruik van RPC-primitieven (Remote Procedure Call), gebaseerd op een eXterne Data Representatie (XDR).
Het ondersteunende MOUNT-protocol verwerkt de besturingssysteem-specifieke functies die clienten de mogelijkheid geven om niet-lokale mappenstructuren naar een plek in het lokale bestandssysteem toe te leiden. Het mount-proces biedt tevens de server de mogelijkheid om toegangsprivileges te bieden aan een beperkte set clients via exportbeheer.
De Lock Manager biedt ondersteuning voor het vergrendelen van bestanden wanneer deze in de NFS-omgeving worden gebruikt. Het NLM- protocol (Network Lock Manager) isoleert de inherente toestandaspecten van het vergrendelen van bestanden in een apart protocol.
Bron: http://www.networksorcery.com/enp/protocol/nfs.htm
Zie ook de man-pagina: nfs.
De io-slave nntp biedt directe toegang tot NNTP-servers.
Deze io-slave kan niet worden gebruikt met servers geen ondersteuning bieden voor het commando GROUP, inclusief enkele versies van de populaire INN-nieuwsserver die vaak door internetproviders wordt gebruikt. Het werkt wel met leafnode, die veel mensen gebruiken om een offline cache van nieuwsartikelen op hun harde schijf of LAN-netwerk te bewaren.
U kunt deze io-slave gebruiken door nntp://uwserver/groepsnaam
in de locatiebalk van Konqueror te typen.
Als u een groepsnaam invoert zoals hieboven is beschreven en de groep is beschikbaar, dan zult u de berichten in deze groep als pictogrammen in Konqueror zien.
Het klikken op een bericht zal het tonen als normale text inclusief de headers. Dit kan handig zijn als u fouten in de verbinding van een nieuwsclient naar een newsserver wilt opsporen, bijvoorbeeld om er zeker van te zijn dat uw leafnode-server correct werkt.
Als u geen groepsnaam invoert maar alleen de servernaam, dan zult u een lijst met beschikbare groepen zien.
Opmerking: De meeste commerciële usenet-servers, zoals die van uw provider, hebben meer dan 60.000 nieuwsgroepen beschikbaar. Het opvragen ervan kan daardoor een behoorlijke tijd in beslag nemen en bovendien uw desktop tijdelijk bevriezen.
Het Post Office Protocol (POP3) stelt de gebruiker in staat om zijn e-mail op de mailserver te benaderen vanaf zijn eigen computer.
Met de io-slave print kunt u op een snelle en eenvoudige wijze door de verschillende KDEPrint-secties bladeren. Elke sectie wordt weergegeven door middel van een “virtuele map”. In elke map vindt u de nodige informatie over uw afdruksubsysteem.
“print:/” is een van de handige kio-slaves die in KDE zijn ingeprogrammeerd. Om toegang tot deze kio-slave te krijgen typt u print:/
in de locatiebalk van Konqueror. print:/
biedt niet alleen “leestoegang” tot uw afdruksubsysteem, maar ook de mogelijkheid om instellingen van uw printer te wijzigen en om nieuwe printers en printerklassen toe te voegen of te verwijderen.
Als u onvoldoende toegangsrechten hebt om een bepaalde sectie te bekijken of om wijzigingen aan te brengen, dan wordt u gevraagd om het wachtwoor van de systeembeheerder of root.
U kunt vaakbezochte adressen, zoals print:/manager, ook als bladwijzer opslaan.
Geldige syntaxis is print:/[pad-naar-virtuele-map]
of print:[pad-naar-virtuele-map]
.
Opmerking: de hoeveelheid aangeboden informatie is sterk afhankelijk van het afdruksubssysteem dat op uw systeem is geïnstalleerd en momenteel door KDE wordt gebruikt. Als u bijvoorbeeld normaliter CUPS gebruikt, maar tijdelijk bent overgeschakeld op het “Generieke Unix LPD Afdruksubssysteem”, dan zult u merken dat er veel minder printerinformatie wordt getoond. Dit komt doordat LPD veel minder afdrukmogelijkheden kent dan CUPS.
De verschillende syntaxis om toegang te krijgen tot de verschillende virtuele mappen en een korte uitleg van wat ze betekenen:
Enige voorbeelden
print:/
(de hoofdmap van de print kio-slave)virtuele hoofdmap voor het bladeren door uw afdruksubsysteem. Dit toont de submappen “klasses”, “printers”, “beheerder”, “specials” en “taken”.
print:/classes
of print:classes
bekijk uw printerklassen (alleen geschikt voor CUPS)
print:/classes/klasse_naam
of print:classes/klasse_naam
bekijk alle leden van de gekozen printerklasse (alleen geschikt voor CUPS)
print:/jobs
of print:jobs
geeft een lijst van huidige en lopende opdrachten.
print:/printers
of print:printers
toont al uw printers. Het klikken op een printernaam toont meer informatie over deze printer.
print:/printers/printer_naam
of print:printers/printer_naam
toont nuttige informatie over de gekozen printer
print:/manager
of print:manager
opent een pagina die erg doet denken aan de KDEPrint-module in KDE Configuratiecentrum. Hier kunt u overschakelen op een ander afdruksubsysteem of iedere andere administratieve taak uitvoeren...
Dit is het meest belangrijke deel van uw afdruksubsysteem.
print:/specials
of print:specials
toont alle op dit moment beschikbare “speciale printers”. Waarschijnlijk zult u deze zien:
De twee printers die u naar een bestand op schijf laten afdrukken in PostScript®- of PDF-formaat;.
Een printer die het bestand als PDF-bijlage via KMail verstuurt.
En als laatste printer die het verstuurd via de fax, als u een van de ondersteunde fax-subsystemen heeft: Hylafax, mgetty sendfax, of efax.
U kunt het commando print:/ ook intypen in het dialoogvenser “Commando uitvoeren”, welke u kunt aanroepen via de toetsencombinatie Alt+F2.
U kunt meer over afdrukken en KDEPrint's krachtige mogelijkheden vinden in het KDEPrint Handboek (lokaal) of de KDEPrint-website. De informatie op deze website wordt regelmatig geactualiseerd. Er zijn al een paar documenten beschikbaar (in HTML en PDF) die handleidingen en FAQs bevatten alsmede handige tips voor afdrukken in het algemeen.
U kunt met Konqueror een rlogin-sessie starten met een server die een rlogin-service aanbiedt.
Om de mogelijkheden van deze io-slave in Konqueror te kunnen gebruiken typt u rlogin:/host_om_mee_te_verbinden
in de locatiebalk van deze browser.
Dit zal een Konsole starten met een rlogin-sessie waarin u u om een wachtwoord wordt gevraagd.
De io-slave rlogin gebruikt de gebruikersnaam van het account dat u op dit moment in KDE gebruikt.
Nadat u uw wachtwoord succesvol hebt ingevoerd kunt u uw remote sessie beginnen.
Zie ook de man-pagina: rlogin.
SFTP is een Secure File Transfer Protocol. sftp is een interactief programma, voor het overdragen van bestanden, zoals FTP. Verschil met FTP is dat het alle operaties uitvoert over een versleutelde ssh-verbinding. Het kan gebruik maken van de mogelijkheden van ssh, inclusief publieke-sleutel-authenticatie en compressie.
Zie ook de man-pagina: sftp.
De io-slave smb stelt u in staat om de gedeelde bronnen van een Windows®- of Samba-netwerk te verkennen.
Om de werkgroepen te zien voert u smb:/
in.
smb:/
zal de hostcomputers in deze werkgroep tonen. de_werkgroep
Om de de gedeelde netwerkbronnen van een host te zien, voer smb://
in. Om een gedeelde netwerkbron direct te bekijken, voer de_host
smb://
in. de_host/de_gedeelde_bron
Om direct toegang te krijgen tot een gedeelde bron voert u smb://
of de_host/de_gedeelde_bron
smb://
in. de_werkgroep
/de_gedeelde_bron
Om met de smb-ioslave te kunnen werken, dient libsmbclient geïnstalleerd te zijn.
U kunt uw standaard gebruikersnaam en wachtwoord instellen in het KControl, module ->. Dit is vooral nuttig als u een lid bent van een Windows® NT-domein. U kunt daar ook uw werkgroepnaam instellen. Dit is overigens in de meeste gevallen niet nodig.
Deze io-slave is getest en ontwikkeld voor samba 2.0.7. Andere versies werken waarschijnlijk ook.
Auteur: Alexander Neundorf (neundorf AT kde.org)
Een protocol om e-mail te versturen van de clientcomputer naar de e-mailserver.
Een archiveerprogramma ontworpen om bestanden op te slaan en weer terug te halen vanuit een archiefbestand dat bekend staat als tar-bestand. Een tar-bestand kan op een tape drive worden gemaakt, maar het wordt ook veel gebruikt als een normaal bestand dat is weggeschreven op uw harde schijf.
Zie ook de man-pagina: tar.
Het netwerk terminal protocol (TELNET) geeft de gebruiker de mogelijkheid om in te loggen op een willekeurige computer op het netwerk met TELNET-ondersteuning.
Zie ook de man-pagina: telnet.
De io-slave thumbnail wordt door KDE gebruikt voor de netwerktransparante en persistente generatie van voorbeeldpictogrammen.
Deze io-slave maakt gebruik van plugins om de eigenlijke voorbeeldpictogrammen te genereren. U kunt het weergeven van voorbeeldpictogrammen activeren vanuit het submenu -> dat beschikbaar is in Konqueror als bestandsbeheerder.
De io-slave thumbnail is niet direct geschikt voor de gebruiker, maar als u een ontwikkelaar bent kunt u het gebruiken in uw eigen toepassing om voorbeeldpictogrammen van verschillende typen bestanden te maken.
Zie de documentatie in de broncode voor meer informatie. U vindt deze onder $
of in de broncode map, als u die heeft, onder KDEDIR
/include/kio/thumbcreator.hkdebase/kioslave/thumbnail
.
WebDAV is een Distributed Authoring and Versioning-protocol voor het Wereld-Wijde-Web. Het geeft de mogelijkheid om op eenvoudige wijze documenten en scripts op een http-server te beheren en heeft enkele mogelijkheden die ontwikkeld zijn om versiebeheer bij meerdere auteurs van hetzelfde document te vereenvoudigen.
Het gebruik van dit protocol is erg gemakkelijk. Typ de locatie in die u wilt bekijken. Dit doet u op dezelfde manier als bij http, alleen begint het URL-adres nu met het protocol webdav://. Een voorbeeld hiervan is webdav://
. Als u een mapnaam opgeeft zal er een lijst van mappen en bestanden worden getoond en kunt u deze mappen en bestanden bewerken zoals u het op ieder ander bestandssysteem zou kunnen doen.www.hostname.com/pad/
WebDAV-mogelijkheden
Bestandsvergrendeling geeft gebruikers de mogelijkheid om bestanden te vergrendelen om zo aan te geven aan andere gebruikers dat dit bestand wordt bewerkt. Op deze manier kan een bestand worden gewijzigd zonder dat u bang hoeft te zijn dat de veranderingen door een andere gebruiker worden overschreven die hetzelfde bestand ook aan het bewerken is.
WebDAV geeft de mogelijkheid om toegang tot scripts te krijgen die een specifieke pagina produceren zodat veranderingen direct aan het script worden gemaakt en niet aan de uitvoer die het scriptbestand genereert.
Willekeurige eigenschappen kunnen worden ingesteld om de identificatie van het document te vergemakkelijken, zoals de naam van de auteur.
Voor deze extra mogelijkheden dient u gebruik te maken van een toepassing die deze mogelijkheden ondersteunt. Er is op dit moment geen toepassing bekend die van de extra mogelijkheden van deze io-slave gebruik maakt.
WebDAVS is het WebDAV-protocol, versleuteld via SSL.
Would you like to make a comment or contribute an update to this page?
Send feedback to the KDE Docs Team