Daniel Naber
daniel.naber@t-online.de
David Rugge
davidrugge@mediaone.net
Marc Mutz Klarälvdalens Datakonsult AB
mutz@kde.org
Michel Boyer de la Giroday
michel@kdab.net
&Niels.Reedijk;&Tom.Albers;&Rinse.Devries;&Rijk.van.Wel;&Sander.Koning;&Natalie.Koning;
2004-07-13 1.7
&kmail; instellen Algemene informatie Het dialoogvenster "Instellingen" van &kmail; geeft de mogelijkheid om &kmail; op vele manieren aan te passen. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u het menu Instellingen&kmail; instellen... kiest. Aan de linkerkant staan zes pictogrammen onder elkaar die de groepen vertegenwoordigen waarin de instellingen van &kmail; zijn ingedeeld. Dit hoofdstuk zal de instellingen per groep nader toelichten. Het dialoogvenster heeft verschillende knoppen: Help Klik op deze knop om de bijbehorende documentatie te openen. Standaard Klik hierop om de instellingen van de huidige pagina terug te zetten naar de oorspronkelijke waarden. Profiel laden... Klik op deze knop om in één keer verschillende instellingen aan te passen. Dit kan een goed uitgangspunt zijn, zodat er minder instellingen met de hand hoeven te worden gemaakt. Beginwaarde Klik op deze knop om alle wijzigingen, sinds de laatste keer dat u de instellingen hebt opgeslagen, ongedaan te maken. OK Klik op deze knop om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten. Toepassen Klik op deze knop om de instellingen op te slaan, maar het venster niet te sluiten. Annuleren Klik op deze knop om het venster te sluiten zonder de gemaakte wijzigingen op te slaan. Identiteiten Een korte handleiding voor dit gedeelte is te vinden in het hoofdstuk Hoe te beginnen. Op dit tabblad kunt u meerdere identiteiten instellen. Een identiteit is een verzameling van e-mailadres, naam, organisatie en andere instellingen. Zo is het mogelijk een identiteit te maken voor de zakelijke e-mail en een andere voor de persoonlijke e-mail. Bij elk e-mailbericht kan aangegeven worden welke identiteit gebruikt moet worden, zodat de bijbehorende instellingen gebruikt worden. Het tabblad toont de verschillende identiteiten, geeft de mogelijkheid nieuwe aan te maken en bestaande identiteiten te wijzigen of te verwijderen. Ook is er de mogelijkheid om een standaard-identiteiten te selecteren. Een nieuwe identiteit kan worden aangemaakt door op de knop Nieuw... te klikken. Het dialoogvenster Nieuwe identiteit zal dan verschijnen. Het dialoogvenster <guilabel >Nieuwe identiteit</guilabel > In dit dialoogvenster kan de naam van de nieuwe identiteit worden opgegeven. Dit is de naam die in de lijst van identiteiten gebruikt zal worden. Met de drie keuzemogelijkheden die worden gegeven kunt u aangeven wat het uitgangspunt voor deze identiteit moet zijn: Met lege velden Er zullen geen instellingen gemaakt worden. Dit betekent dat alle velden leeg gelaten worden of dat er een standaardwaarde gekozen wordt. Instellingen uit Configuratiecentrum gebruiken Bij deze optie wordt er uitgegaan van de instellingen van het Configuratiescherm. Deze zijn aan te passen in het Configuratiecentrum onder Internet en netwerk E-mail. Bestaande identiteit dupliceren Bij deze optie wordt er uitgegaan van de instellingen van een bestaande identiteit. Geef aan welke identiteit als basis moet dienen voor de nieuwe identiteit. Algemeen Op het tabblad Algemeen kunnen enkele algemene gegevens voor de identiteit worden opgegeven. Uw naam Vul hier de naam in die als afzender zal worden gebruikt. Alhoewel dit veld niet verplicht is, is het wel aan te bevelen om hier de naam die bij dit profiel gebruikt moet worden in te vullen. Organisatie Vul hier de naam van de organisatie in. Dit veld is optioneel. E-mailadres Voer hier uw e-mailadres in, bijvoorbeeld jan@jansen.nl. Voorbeeld Dus als het adres Jan Janssen <jan@janssen.nl> is, vul dan Jan Janssen in bij het tekstvak Uw naam en jan@jansen.nl bij het tekstvak E-mailadres. Cryptografie Op het tabblad Cryptografie kunt u een &openpgp;- en &smime;sleutel associëren met deze identiteit. Ook kunt u het voorkeursformaat voor de versleuteling opgeven. OpenPGP-ondertekeningssleutel Hier kunt u de sleutel selecteren die gebruikt moet worden voor het ondertekenen van berichten met &openpgp; en met deze identiteit. Alleen de verkorte sleutel-id van de geselecteerde sleutel zal worden getoond. Wanneer u de muiswijzer boven de sleutel houdt, zal er meer informatie in een tekstballon verschijnen. Klik op de knop Wissen om het veld te wissen. Om de sleutel te wijzigen, klikt u op de knop Wijzigen.... Een dialoogvenster met alle &openpgp;-sleutels zal worden geopend, hierin kunt u de sleutel kiezen die u wilt gebruiken. OpenPGP-versleutelingssleutel Hier kunt u de &openpgp;-sleutel selecteren die gebruikt zal worden om de berichten die opgesteld worden met deze identiteit te versleutelen. Ook de instellingen bij zijn van toepassing. Deze sleutel wordt ook gebruikt bij de functie van de Opsteller. Om de sleutel te wijzigen, klikt u op de knop Wijzigen.... Een dialoogvenster met alle &openpgp;-sleutels in de sleutelbos zal worden geopend, hierinkunt u de sleutel kiezen die u wilt gebruiken. U kunt de lijst van sleutels wissen en meer informatie verkrijgen op dezzelfde manier als beschreven is in het gedeelte over . &smime; ondertekeningscertificaat Hier kunt u het certificaat selecteren dat gebruikt zal worden voor het digitaal ondertekenen van &smime;-berichten. Om het certificaat te wijzigen, klikt u op de knop Wijzigen.... Een venster met alle &smime;-certificaten zal worden geopend, hierin kunt u het gewenste certificaat selecteren. U kunt de lijst van certificaten wissen en meer informatie verkrijgen op dezelfde manier als beschreven is in het gedeelte over . &smime; versleutelingscertificaat Hier kunt u het certificaat selecteren dat gebruikt zal worden voor het versleutelen van &smime;-berichten. Kijk ook even naar de instellingen bij . Om het certificaat te wijzigen, klikt u op de knop Wijzigen.... Een dialoogvenster met alle &smime;-certificaten zal worden geopend, hierin kunt u het gewenste certificaat selecteren. U kunt de lijst van certificaten wissen en meer informatie verkrijgen op dezelfde manier als beschreven is in het gedeelte over . Voorkeursformaat berichtversleuteling Hier kunt u aangeven welk berichtversleutelingsformaat de voorkeur heeft. Dit zal standaard gebruikt worden voor berichten die opgesteld worden met deze identiteit. U kunt één van de vier formaten selecteren die &kmail; ondersteunt of op de instelling Alles laten staan, wat wordt aangeraden. Met deze instelling wordt het beste formaat gekozen, gebaseerd op de ontvangers van het bericht. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat er twee verschillende berichten worden verstuurd. Eén ondertekend en/of versleuteld met &smime; en de andere ondertekend en/of versleuteld met &openpgp;. Geavanceerd Het tabblad Geavanceerd kan gebruikt worden om enkele minder vaak gebruikte instellingen te veranderen. Antwoordadres Als de ontvanger van een bericht van deze identiteit wil antwoorden, dan zal dat standaard verzonden worden naar het e-mailadres dat is opgegeven op het tabblad Algemeen. Indien dat ongewenst is, dan is er de mogelijkheid om dit veld in te vullen. Vermeld hier dus het e-mailadres waar reacties op uw e-mails heen gezonden moeten worden en alleen als dit afwijkt van het e-mailadres op het tabblad Algemeen. In de praktijk werkt deze instelling vaak erg slecht. Mailinglijsten vervangen dit adres vaak door het adres van de mailinglijst zodat antwoorden ook naar de mailinglijst gaan in plaats van alleen naar de verzender. In een toekomstige versie van het e-mailprotocol kan dit veld wel eens worden opgeheven, maar tot die tijd kan dit veld worden gebruikt. BCC-adres Vul hier een adres in waarheen een BCC (blinde kopie) van elk bericht verzonden moet worden. Dit wordt overigens alleen gedaan wanneer BeeldBCC geactiveerd is wanneer het bericht wordt opgesteld. Indien u een BCC wilt versturen ongeacht de instelling in het menu "Beeld", dan kunt u dit instellen in het tabblad Berichtkoppen in het gedeelte Bericht opstellen. Map voor verzonden berichten Selecteer de map waarin de verzonden berichten na het versturen opgeslagen moeten worden wanneer deze identiteit gebruikt wordt. Wanneer u IMAP gebruikt, kunt u het beste een IMAP-map selecteren, zodat de verzonden berichten op de server bewaard worden, in plaats van in een lokale map. Op deze manier kunnen de berichten ook op een andere locatie bekeken worden. Met behulp van berichtfilters kunt u per verzonden bericht bepalen in welke map deze zal worden opgeslagen. Map voor concepten Selecteer de map waarin de concepten opgeslagen moeten worden wanneer deze identiteit gebruikt wordt. Wanneer u IMAP gebruikt kunt u het beste een IMAP-map selecteren, zodat de concepten op de server bewaard worden, in plaats van in een lokale map. Op deze manier kunnen de concepten ook op andere locaties bekeken, aangevuld en verzonden worden. Speciaal transport Hier kunt u een afwijkende SMTP-server aangeven die voor deze identiteit gebruikt moet worden. Indien deze niet in de lijst voorkomt, dan kan deze ook ingevoerd worden. Om uit de lijst te kunnen selecteren is het noodzakelijk om deze eerst in te stellen in het gedeelte Verzenden van het tabbladAccounts.. Ondertekening Op dit tabblad kunt u een standaard ondertekening activeren. Een ondertekening kan bestaan uit een naam, een lijfspreuk of bijvoorbeeld een bedrijfs-disclaimer. Deze ondertekening heeft niets te maken met de digitale ondertekening zoals eerder op het tabblad Cryptografie is aangegeven. In veel e-mailapplicaties wordt dit "handtekening" genoemd. Wij noemen het ondertekening omdat dit de lading beter dekt, maar onthoud wel dat dit dus niets te maken heeft met de digitale ondertekening... Indien Ondertekening activeren is geselecteerd, is het mogelijk om de ondertekening in te voegen bij nieuwe berichten. Indien dit bij elk bericht automatisch moet gebeuren, dan moet dat apart worden aangegeven in het gedeelte Bericht opstellen. &kmail; kan de ondertekening halen uit een bestand, uit een commando of uit een vrij tekstveld. De traditionele manier is om de ondertekening uit een .signature -bestand te halen uit uw persoonlijke map. Op deze manier kan dezelfde ondertekening in meerdere programma's gebruikt worden. Bij de optie om de ondertekening uit een bestand te halen, kunt u de naam van het bestand invoeren of op het pictogram naast het veld klikken, zodat u naar het bestand kunt bladeren. Klik op de knop Bestand bewerken om de tekst in het bestand te wijzigen. &kmail; kan ook de ondertekening genereren door het uitvoeren van een commando. Op deze manier is het mogelijk om een steeds wisselende ondertekening te gebruiken. Fortune is hier een mooi voorbeeld van, maar ieder commando dat het resultaat naar stdout stuurt is bruikbaar. Bij de optie om als ondertekening de uitvoer van een commando te gebruiken, selecteert u de optie Commando specificeren. Geef bij voorkeur het volledige pad naar het commando op. Als derde optie is er de mogelijkheid om de ondertekening binnen &kmail; in te voeren. Nadat u deze optie hebt geselecteerd verschijnt er een tekstvak waar u de ondertekening kunt intypen. Op internet is het gebruikelijk om de ondertekening door middel van de volgende drie lettertekens te scheiden van het e-mailbericht: -- (twee streepjes en een spatie). &kmail; zal de ondertekening automatisch beginnen met deze lettertekens indien deze niet voorkomen in de ondertekening. Indien deze scheiding ongewenst is aan het begin van de ondertekening, voeg de scheidingstekens dan toe op de plaats waar ze wel gewenst zijn. Accounts Een korte handleiding voor dit gedeelte is te vinden in het hoofdstuk Een account instellen. In dit gedeelte kunt u één of meer accounts aanmaken. Een account is een combinatie van mailserver, inloggegevens en andere instellingen. Gebruikelijk is om één inkomend account (voor binnenkomende e-mail) aan te maken en één account voor de uitgaande e-mail (voor de e-mail die verstuurd wordt). Het is uiteraard toegestaan om meerdere accounts aan te maken en het account aan verschillende identiteiten te koppelen of per e-mailbericht aan te geven welk account gebruikt moet worden. Verzenden Op het tabblad Verzenden kunt u uitgaande mailservers configureren en instellingen maken die daarmee samenhangen. Voor de basisinstellingen verwijzen wij naar het gedeelte Een account instellen: Verzenden. Wanner u op de knop Toevoegen... of Wijzigen.. klikt, wordt respectievelijk het venster Transport toevoegen of Transport Wijzigen geopend. Voor het versturen van berichten via het sendmail-programma, kan de naam en de locatie van het programma aangegeven worden. Voor het versturen van berichten via SMTP kunnen de Naam, de Server en de Poort van de server aangegeven worden. In het gedeelte Server vereist authenticatie kunt u een Gebruikersnaam en Wachtwoord opgeven. Op het tabblad Beveiliging kunt u ook de Authenticatiemethode selecteren. Indien onbekend is welke Authenticatiemethode door de server ondersteund wordt, kunt u dit testen door op de knop Ondersteuning van de server controleren te klikken. Verzending bevestigen zorgt ervoor dat er voor elk verzonden bericht een extra bevestiging wordt gevraagd. Bij Berichten in "postvak uit" verzenden kunt u aangeven wanneer de te verzenden berichten die klaarstaan in het "postvak uit" verzonden moeten worden: Nooit automatisch Berichten in "postvak uit" worden alleen verzonden wanneer u het menu BestandBerichten verzenden kiest. Bij handmatige berichtencontroles Berichten in het "postvak uit" worden alleen verzonden wanneer u handmatig controleert of er nieuwe berichten zijn, bijv. via BestandBerichten ophalen. Uiteraard is het ook mogelijk de berichten te versturen door het menu BestandBerichten verzenden te kiezen. Bij alle berichtencontroles Berichten in het "postvak uit" worden verzonden nadat er, op welke manier dan ook, gecontroleerd is of er nieuwe berichten zijn. Uiteraard is het ook mogelijk de berichten te versturen door het menu BestandBerichten verzenden te kiezen. Bij Standaardverzendwijze kunt u instellen wat er gebeurt als een bericht verzonden wordt. Er zijn twee mogelijkheden. De keuze Nu verzenden zorgt ervoor dat het bericht direct naar de mailserver wordt verzonden. De keuze Later verzenden zorgt ervoor dat het bericht in het "postvak uit" blijft staan totdat er gekozen wordt voor BestandBerichten verzenden of wanneer er gecontroleerd wordt op nieuwe berichten. Dit laatste hangt uiteraard wel af van de instelling bij Berichten in "postvak uit" verzenden. Bij Berichteigenschap kunt u de coderingswijze van de te verzenden e-mail selecteren. De optie 8-bit toestaan zorgt ervoor dat speciale tekens zoals letters met accenten verzonden worden zoals ze zijn, dit betekent dat alle lettertekens gebruikt kunnen worden uit de ASCII 8 bit-tekenset. De optie MIME-ondersteunend (Quoted Printable) zorgt ervoor dat deze tekens gecodeerd worden volgens de &MIME;-coderingen. Deze coderingen worden door meer mailsystemen ondersteund dan de ASCII-variant. MIME-ondersteunend (Quoted Printable) is de aanbevolen keuze voor Berichteigenschap. Zelfs als er gekozen is voor 8-bit toestaan, zal &kmail; in sommige situaties toch de optie MIME-ondersteunend gebruiken. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de berichten digitaal ondertekend zijn met een OpenPGP-sleutel. De instelling Standaarddomein wordt gebuikt om e-mailadressen aan te vullen die geen domeinnaam bevatten. Als er als Standaarddomein kde.nl is ingevuld en er wordt een bericht gestuurd aan test, dan zal het bericht verzonden worden aan test@kde.nl. Ontvangen Voor de basisinstellingen verwijzen wij naar het gedeelte Een account instellen: Ontvangen. Als u het keuzevakje Berichten ophalen bij start selecteert, zal KMail op nieuwe mail controleren zodra KMail gestart wordt. In het gedeelte Notificatie bij nieuwe e-mail kunt u instellen hoe &kmail; moet laten weten dat er nieuwe e-mail is gearriveerd. Deze instelling is uiteraard alleen van belang indien er bij tenminste één account Berichtencontrole met interval inschakelen is ingeschakeld. Geluidsignaal zorgt ervoor dat er een kort geluidsignaal klinkt bij elke nieuwe e-mail. Meer geavanceerde notificaties zijn beschikbaar door op Overige acties te klikken. Uiterlijk Lettertypen In dit gedeelte kunt u het lettertype, de tekenstijl en de tekengrootte instellen. Bij Toepassen op kunt u voor verschillende vensters van &kmail; verschillende lettertypen kiezen. Zelfs voor Berichtenveld - datumveld kan een aparte selectie gemaakt worden, zodat er ten behoeve van de leesbaarheid gekozen kan worden voor een niet-proportioneel lettertype. Kleuren In dit gedeelte kunt u de verschillende kleuren die binnen &kmail; gebruikt worden aanpassen. Kleuren hergebruiken bij anhalingen houdt in dat bij aangehaalde tekst boven het derde niveau kleuren van de eerste drie niveaus worden (her)gebruikt zodat ook die niveaus goed te herkennen zijn. De Aangehaalde tekst-kleuren worden alleen gebruikt bij het bekijken van een bericht, niet bij het opstellen van een bericht. Opmaak Indien HTML-statusbalk tonen geselecteerd is verschijnt er een balk aan de linkerkant van elk bericht waarin zichtbaar is of het bericht een HTML-bericht is of niet. Dit is belangrijk omdat een HTML-bericht er uit kan zien als een bericht dat digitaal ondertekend is met een cryptografische sleutel, terwijl dat niet zo is. De HTML-statusbalk kan niet beïnvloed worden door de HTML-code van het e-mailbericht. Bij het Berichtvoorbeeldvak bepaalt u of er in het hoofdvenster een vak wordt opgenomen waarin het bericht direct te zien is. U kunt ook aangeven waar dit vak komt te staan. Berichtenstructuurweergave is een venster waarin u kunt kiezen welk deel van een bericht u wilt zien. Een e-mail bestaat vaak uit meerdere gedeelten; platte tekst, HTML en wellicht een aantal afbeeldingen of bijlages. Als u Nooit weergeven selecteert, worden de bijlages als pictogrammen weergegeven. Alleen weergeven voor berichten met meer dan platte ekst zorgt ervoor dat de structuurweergave alleen in beeld komt als het nuttig is, bijvoorbeeld als het bericht bijlagen of HTML-delen heeft. Berichtkoppen Indien Berichtgrootte tonen is geselecteerd zal er een extra kolom in de berichtenlijst verschijnen met daarin de grootte van het e-mailbericht. Crypto-pictogrammen tonen voegt extra pictogrammen toe aan het onderwerp-veld in de berichtenlijst. Er is een pictogram voor berichten die digitaal ondertekend zijn en voor berichten die digitaal versleuteld zijn. Deze pictogrammen verschijnen echter pas nadat het bericht tenminste één keer geselecteerd is geweest, tot die tijd verschijnen er vraagtekens op deze plaatsen. Discussies groeperen zal alle berichten in de berichtenlijst in een soort van boomstructuur weergeven, zodat reacties op berichten direct onder het bericht komen te staan. De instellingen binnen Opties voor discussiegroepering bepalen wanneer de boomstructuur van discussies uitgevouwen moet worden weergegeven. Zo kan een discussie altijd uitgevouwen worden weergegeven (Discussies altijd open houden). Bij de overige drie opties verschijnen er altijd een plus of een min vóór de berichten om de discussies in- of uit te vouwen. In het gedeelte Datumweergave bepaalt u de opmaak van de datum. Zo is het mogelijk om te kiezen voor een gelokaliseerde opmaak. Dit is de weergave die aan te passen is onder Regio en toegankelijkheid, Land/regio en taal in &kcontrol;. Voor meer informatie over de Aangepaste opmaak, kunt u op &Shift;F1 drukken en vervolgens op Aangepaste opmaakklikken. Systeemvak Als u systeemvaknotificatie inschakelt, wordt er een klein &kmail;-pictogram met het aantal ongelezen berichten weergegeven in het systeemvak. Bij Systeemvakmodi kunt u instellen of het pictogram altijd in het systeemvak weergegeven moet worden, of alleen als er nieuwe berichten zijn. Als het pictogram zichtbaar is kunt u het hoofdvenster van &kmail; minimaliseren en maximaliseren door er op te klikken. Als u met de rechtermuisknop op het pictogram klikt, verschijnt een klein menu, waarin u kunt kiezen om te controleren op nieuwe berichten, berichten op te stellen, of &kmail; af te sluiten. In het submenu Nieuwe berichten in staat een lijst van mappen die ongelezen berichten bevatten. Door op een map te klikken, wordt deze geopend in &kmail;. Opsteller Algemeen Automatisch handtekening toevoegen Als dit keuzevakje geselecteerd is, wordt uw handtekening (ingesteld in identiteiten) automatisch aan het eind van uw berichten geplaatst. Intelligente aanhalingen gebruiken Als dit keuzevakje geselecteerd is zullen lange regels afgebroken worden, waarbij het >-teken wel altijd aan het begin van de regel blijft staan. Automatisch bevestigingen voor ontvangst en gelezen verzoeken Als u dit keuzevakje selecteert, wordt de optie standaard aangezet. Aangeraden wordt om dit niet te doen, want &mdn;'s worden door veel mensen als hinderlijk ervaren, of genegeerd. Het is beter per bericht in te stellen of u een verzoek voor &mdn; mee wilt sturen. Regels afbreken bij kolom Dit bepaalt of regels afgebroken moeten worden bij het opstellen van een bericht en, indien dat gewenst is, na hoeveel lettertekens dat moet gebeuren. Automatisch opslaan iedere Er kan automatisch een periodieke kopie gemaakt worden van de tekst in het opstel-vak. Hier kunt u instellen met welk interval u wilt dat dit gebeurt. Door de waarde 0 in te voeren schakelt u het maken van reservekopie¨n uit. Externe editor Het is mogelijk om berichten op te stellen in een andere editor. Indien een andere editor ingesteld is, zal in eerste instantie het normale venster verschijnen, maar zodra er begonnen wordt met typen zal de editor worden opgestart. Nadat de editor is afgesloten verschijnt de ingegeven tekst in het normale venster en kan het bericht verzonden worden. Let op dat bij bijvoorbeeld het programma gvim de volgende aanroep noodzakelijk is om een en ander goed te laten functioneren: gvim %f. Uitdrukkingen Op het tabblad Uitdrukkingen kunt u de tekst instellen die gebruikt wordt bij het beantwoorden en doorsturen van berichten. Ook kan hier het teken worden ingesteld dat voor aangehaalde tekst moet worden gebruikt (Aanhalingsindicatie). Op het tabblad staan de verschillende %-lettertekens nader toegelicht. Daarnaast is het mogelijk om de uitdrukkingen in een andere taal dan de ingestelde standaardtaal te gebruiken, mits de bijhorende taalmodule voor &kde; geïnstalleerd is. Onderwerp OP dit tabblad kunt u de voorvoegsels van het onderwerpveld voor Doorgestuurde of Beantwoordde berichten instellen. Indien er berichten binnenkomen met andere voorvoegsels, dan is het raadzaam deze hier toe te voegen, zodat &kmail; deze als reactie op een bericht of als doorgestuurd bericht herkent. Dit is van belang voor de discussiegroepen, de sortering van de berichten en om het onderwerpveld goed in te stellen indien u de e-mail zelf beantwoordt of doorstuurt. Indien het keuzevakje Herkend voorvoegsel vervangen geselecteerd is, zal het onderwerpveld van binnenkomende berichten worden aangepast. Tekenset Op dit tabblad kunt u de standaard-tekenset voor de opgestelde berichten instellen. Bij elk bericht wordt gekeken of die in zijn geheel voldoet aan één van de gedefinieerde tekensets (van boven naar beneden). Voldoet het er aan, dan zal die tekenset gebruikt worden, voldoet het aan geen van de genoemde tekensets, dan zal er gevraagd worden om handmatig onder OptiesCodering instellen een keuze te maken. Indien het keuzevakje Originele tekenset behouden bij bantwoorden en doorsturen (indien mogelijk) is geselecteerd, zal de tekenset van het originele bericht overgenomen worden, tenzij de e-mail tekens bevat die niet in die tekenset voorkomen. Berichtkoppen Selecteer het keuzevakje Aangepast message-id achtervoegsel gebruiken indien dit achtervoegsel aangepast moet worden. Elk e-mailbericht bevat een zogenaamd Message-ID-veld met daarin een unieke waarde waardoor de e-mail door mailservers herkend kan worden. Indien gewenst kan hiervoor dus een aangepast achtervoegsel gebruikt worden. Indien dit aangepast moet worden, wat overigens niet gebruikelijk is, dan wordt hiervoor vaak de domeinnaam (zonder .nl of .com) gebruikt waarvan u de eigenaar bent, zodat het Message-ID een wereldwijd unieke waarde blijft houden. Indien u geen idee hebt waar dit over gaat, selecteer deze optie dan niet. Bij Definieer hier uw eigen mime-velden kunt u eigen mime-velden opgeven die meegezonden moeten worden met alle uitgaande berichten. Het is mogelijk om nieuwe velden aan te maken of om bestaande velden te overschrijven met andere waarden. In de regel is het niet nodig om hier wijzigingen aan te brengen. Bijlagen De optie Outlook-compatibele bijlagenamen is nuttig als u bijlagen met ongebruikelijke lettertekens in de bestandsnaam wilt sturen naar gebruikers van Outlook(TM) of Outlook Express(TM). &kmail; zal dan de namen van de bijlagen aanpassen zodat Outlook(TM) ze begrijpt. Let er wel op dat &kmail; met deze optie de berichten omzet in een afwijkend formaat, waarbij de mogelijkheid bestaat dat de berichten niet gelezen kunnen worden in gewone mailprogramma's. Gebruik dus deze optie alleen indien u geen andere keuze hebt. Als de optie Detectie van ontbrekende bijlagen activeren ingeschakeld is, geeft &kmail; een waarschuwing als u een bericht wilt versturen waar geen bijlagen bij zitten, hoewel er wel woorden in de tekst voorkomen die daarop duiden. De lijst met sleutelwoorden kan uitgebreid worden. Beveiliging instellen Lezen Op dit tabblad kunt u opties die betrekking hebben op beveiliging bij het lezen van berichten instellen. HTML over platte tekst prefereren Indien het keuzevakje HTML over platte tekst prefereren geselecteerd is, dan zal een HTML-bericht ook getoond worden in HTML-formaat. Dit is een potentieel gevaarlijke en ongewenste situatie, omdat een HTML-bericht veel veiligheidsrisico's met zich meebrengt. Zo kan een e-mailbericht er uit zien alsof het verzonden is door een bedrijf dat u vertrouwt, maar in werkelijkheid is het niet door dat bedrijf verzonden. Ook is dit een beruchte methode om virussen te verspreiden. Als dit keuzevakje niet geselecteerd is, kunt u HTML-berichten wel lezen, maar dan als platte tekst. E-mailberichten toestaan externe referenties van internet te laden Als E-mailberichten toestaan externe referenties van internet te laden ingeschakeld is, staat u &kmail; toe om afbeeldingen en stijlbladen voor een HTML-bericht, vanaf internet op te halen. Doordat het toegestaan is deze gegevens op te halen, is het voor de verzender van de e-mail mogelijk om te zien dat de e-mail door u geopend is. Dit kunt u zien als een schending van uw privacy. Daarnaast is het voor verstuurders van bulkreclame van belang om te weten bij welke e-mailadressen de reclame daadwerkelijk gelezen wordt, zodat er naar die adressen nog meer bulkreclame gestuurd kan worden. Deze optie heeft overigens geen effect op &Java;, JavaScript en Plugins; deze zijn nooit toegestaan in e-mailberichten. Bevestigingen voor ontvangst en gelezen &mdn;s laten de schrijver van een bericht weten wat er met dat bericht is gebeurd. Gebruikelijke typen zijn weergegeven (gelezen), verwijderd en doorgestuurd. Met de opties bij Verzendbeleid is in te stellen wat &kmail; moet doen als een verzoek voor een &mdn; wordt ontvangen. Negeren (aanbevolen) Negeert elk verzoek om ontvangst- en leesbevestiging. Er zal nooit automatisch een &mdn; verzonden worden. Vragen Verstuurt &mdn;s na daarvoor toestemming te hebben gevraagd. Op deze manier kunt u zelf bepalen aan wie u een bevestiging verstuurt. Weigeren Met deze optie wordt altijd de melding geweigerd verstuurd. Dit is iets veiliger dan altijd &mdn; verzenden; de verzender kan nog steeds zien dat het bericht ontvangen is, hij weet alleen niet of het bericht verwijderd of gelezen is. Altijd verzenden Verstuurt (indien gevraagd) altijd een ontvangst- en leesbevestiging. Het wordt u sterk afgeraden deze optie te gebruiken, in verband met ongewenste e-mail. Met deze optie komt de verzender namelijk precies te weten wat er met zijn bericht gebeurd is (gelezen, verwijderd, &etc;). Als u het niet zeker weet, kies dan Vragen, en probeer dat een tijdje uit. Als u deze vragen hinderlijk vindt, schakel dan over op Negeren. Met de opties onder Originele bericht aanhalen kunt u bepalen hoeveel van een bericht wordt teruggestuurd in &mdn;'s. Niets In de &mdn; wordt niets anders dan de message-id en de oorspronkelijke geadresseerde bijgevoegd. Dit geeft de verzender genoeg informatie om het bericht terug te vinden in zijn map met verzonden berichten. Hele bericht In de &mdn; wordt het hele bericht bijgevoegd. Dit is overbodig, omdat de berichtkoppen vaak alle benodigde informatie bevatten, maar het is natuurlijk gemakkelijker voor de ontvanger. Alleen berichtkoppen In de &mdn; worden alleen de berichtkoppen toegevoegd. Dit is meestal genoeg informatie voor mensen (het onderwerp) en computers (de message-id), om het bericht dat bij de &mdn; hoort, terug te vinden. Als u het niet zeker weet, kunt u deze optie op de standaardinstelling laten staan. Verstuur geen MDN's in antwoord op versleutelde berichten Met deze optie wordt het verzenden van &mdn;'s onderdrukt als het bericht (gedeeltelijk) versleuteld is. Dit verijdelt pogingen om via &mdn;'s te controleren of u het bericht kunt decoderen. In principe heeft u deze optie nooit nodig, omdat &kmail; een &mdn; verstuurt, of het bericht nu gedecodeerd kon worden of niet. Maar het geeft een gebruiker die zich bewust is van de veiligheidsrisico's de keuze om in dit geval nooit &mdn;'s te versturen. Als u het niet zeker weet, kunt u deze optie het beste geselecteerd laten. Sleutels en certificaten automatisch importeren Als dit keuzevakje geselecteerd is, zal &kmail; automatisch bijlagen importeren die &openpgp;-sleutels bevatten. Hetzelfde geldt voor de &smime;-sleutels. Voor het verifiëren van &smime;-ondertekeningen is het noodzakelijk dat de bijgevoegde certificaten worden geïmporteerd. Deze instelling heeft daar geen invloed op. Ook is deze instelling onafhankelijk van de instelling voor &gpg;'s . Opstellen Op dit tabblad kunt u opties die betrekking hebben op de veiligheid bij het opstellen van berichten instellen. Berichten automatisch ondertekenen Als u dit keuzevakje selecteert, wordt de optie standaard ingeschakeld. U kunt dit echter nog steeds per bericht uitschakelen. Altijd voor mezelf versleutelen Als dit keuzevakje geselecteerd is, worden de berichten die u voor de ontvanger versleutelt ook voor uzelf versleuteld. Als u dit keuzevakje geselecteerd laat, kan het mogelijk zijn dat u de versleutelde berichten niet meer kunt decoderen. U hebt dan geen leesbare variant van de door u verzonden berichten. Verzonden berichten versleuteld oplaan Deze instelling zorgt ervoor dat zodra het bericht de eindbestemming heeft bereikt, de versleuteling uit het bericht verwijderd wordt. De berichten worden dus niet versleuteld opgeslagen. Deze modus wordt ook wel transfort-only (alleen tijdens transport) genoemd, wat enigszins misleidend is. &kmail; ondersteunt deze modus wel, maar volgens ons zou deze modus geregeld moeten worden door de server (MTA) in plaats van door de mailclient (MUA). In toekomstige versies van &kmail; zou het kunnen zijn dat deze ondersteuning verdwijnt. Als dit keuzevakje geselecteerd is, worden berichten in uw verzonden-map opgeslagen zoals u ze verstuurd heeft (als u een bericht gecodeerd verzonden heeft, wordt het gecodeerd opgeslagen). Als u deze optie niet selecteert, worden berichten altijd onversleuteld opgeslagen op uw computer, ook als u ze versleuteld hebt verzonden. Altijd de sleutels voor goedkeuring tonen Als dit keuzevakje geactiveerd is, zal er bij het verzenden van het bericht een venster verschijnen waarmee u kunt controleren of de juiste sleutel voor de juiste ontvanger wordt gebruikt. U kunt deze dan eventueel ook wijzigen. Wij adviseren om deze optie te activeren, omdat een en ander wat transparanter werkt. Berichten automatisch versleutelen, indien mogelijk Dit wordt ook wel opportunistic encryption (opportunistische versleuteling) genoemd. Als het keuzevakje geselecteerd zal &kmail; proberen de ontvangers te koppelen aan (&openpgp;- of &smime;-) sleutels, zelfs wanneer u hier niet expliciet om vraagt. Indien een koppeling gevonden wordt voor alle ontvangers zal &kmail; vragen of het bericht versleuteld verzonden dient te worden. Wij adviseren u deze instelling te activeren, omdat dit het versleutelen erg eenvoudig maakt. Nooit versleutelen bij het opslaan van een concept Als het keuzevakje geselecteerd is, zal &kmail; de berichten die u opslaat in de concepten-map niet proberen te ondertekenen of te versleutelen. Dit verhoogt het gebruiksgemak en is geen groot beveiligingsrisico als de concepten-map een lokale map is. Als u &imap; gebruikt, waarbij de map concepten op de server wordt bewaard, kunt u dit keuzevakje beter niet selecteren. Waarschuwingen Op dit tabblad kunt u waarschuwingen met betrekking tot beveiliging in- en uitschakelen. Waarschuwen voor het verzenden van niet-ondertekende berichten Als dit keuzevakje geselecteerd is, wordt u gewaarschuwd als u een bericht wilt verzenden dat niet ondertekend is. Waarschuwen wanneer niet-versleutelde berichten zullen worden verstuurd Als dit keuzevakje geselecteerd is, wordt u gewaarschuwd als u een bericht wilt verzenden dat u niet versleuteld hebt. In tegenstelling tot ondertekenen is het niet gebruikelijk om alle uitgaande berichten te versleutelen. Tenzij uw bedrijf een beleid heeft nooit onversleutelde berichten te verzenden, is het misschien verstandig om deze optie uitgeschakeld te laten, en de optie opportunistische versleuteling in te schakelen, zodat u gewaarschuwd wordt wanneer u een versleuteld bericht kunt verzenden, maar deze optie niet hebt ingeschakeld. Waarschuwen als e-mailadres van ontvanger niet in certificaat staat Als het keuzevakje geselecteerd is, zal &kmail; een waarschuwing tonen wanneer een &smime;-certificaat of &openpgp;-sleutel wordt gebruikt voor een ontvanger waarvan het e-mailadres niet vermeld staat in het certificaat. Deze waarschuwing verschijnt bijvoorbeeld wanneer u in uw identiteit uw &openpgp;-sleutels of &smime;-certificaat heeft aangegeven en u een ondertekening controleert van een certificaat waarin het e-mailadres van de afzender niet voorkomt. Waarschuwen wanneer een certificaat/sleutel binnenkort zal verlopen Als het keuzevakje geselecteerd is, zal &kmail; waarschuwen wanneer een &smime;-certificaat of &openpgp;-sleutel binnenkort zal verlopen. De definitie van binnenkort kunt u eronder aangeven. Dit geldt ook voor de tijdelijke CA-certificaten en de hoofdcertificaten (ook wel root-certificaten genoemd). Alle "Niet meer vragen" waarschuwingen weer inschakelen Naast de waarschuwingen hierboven zijn er nog verscheidene waarschuwingen en informatieberichten, die een optie hebben om ze niet meer te laten zien. U kunt deze weer inschakelen door op deze knop te klikken. Alle waarschuwingen en informatieberichten zullen weer ingeschakeld zijn. U kunt de waarschuwingen die u niet meer wilt zien vervolgens weer uitschakelen door de optie in het bericht te selecteren. &smime;-validatie Op dit tabblad kunt u enkele instellingen te maken met betrekking tot de &gpgsm; backend. In de handleiding van &gpgsm; vindt u een beschrijving van de instellingen. Certificaten valideren door gebruikmaking van CRL's Als dit ingeschakeld is, worden &smime;-certificaten gevalideerd door gebruikmaking van Certificate Revocation Lists (CRL's). Certificaten online valideren (OCSP) Als deze optie ingeschakeld is, worden &smime;-certificaten gevalideerd met gebruikmaking van het Online Certificates Status Protocol (OCSP). Vul het URL-adres in van de OCSP-dienst in het hiervoor aangegeven veld. URL-adres OCSP-dienst Vul het adres in van de server die gebruikt wordt voor het online valideren van certificaten. Dit URL-adres begint normaal met http://. Handtekening OCSP-dienst Kies de &smime;-sleutel die u wilt gebruiken, of wijzig deze. Service-URL van certificaten negeren Schakel deze optie in om online valideren met gebruikmaking van OCSP over te slaan. Deze optie vereist dirmngr >= 0.9.0. Certificaatbeleid niet controleren Standaard gebruikt GnuPG het bestand ~/.gnupg/policies.txt om te controleren of een certificaatbeleid toegestaan is. Als deze optie is ingeschakeld, wordt niet op beleid gecontroleerd. Nooit een CRL raadplegen Als deze optie ingeschakeld is, worden Certificate Revocation Lists nooit gebruikt om &smime;-certificaten te valideren. Ontbrekende uitgevers certificaten ophalen Schakel deze optie in als u de ontbrekende uitgeverscertificaten wilt laten ophalen als dat nodig is. Dit is op zowel CRL's als op OCSP van toepassing. Geen HTTP-verzoeken maken Schakelt het gebruik van HTTP voor &smime; geheel uit. HTTP CRL-distributiepunt van certificaten negeren Bij het zoeken naar de locatie van een CRL bevat het te-testen certificaat normaal gesproken zogenaamde CRL Distribution Point (DP) items, die URL's zijn waarin beschreven staat hoe de URL benaderd moet worden. Het eerste gevonden DP-item wordt gebruikt. Met deze optie worden alle items die HTTP gebruiken genegeerd bij het zoeken naar een geschikte DP. HTTP-proxy van systeem gebruiken Als deze optie ingeschakeld is, wordt de rechts weergegeven waarde van de HTTP-proxy (die uit de omgevingsvariabele http_proxy komt) gebruikt voor elk HTTP-verzoek. Deze proxy voor HTTP-verzoeken gebruiken Vul hier de locatie in van uw HTTP-proxy, die voor alle HTTP-verzoeken voor &smime; gebruikt zal worden. De syntaxis is "host:port", bijvoorbeeld mijnproxy.nergens.com:3128. Geen LDAP-verzoeken doen Schakelt het gebruik van LDAP voor &smime; geheel uit. LDAP CRL-distributiepunt van certificaat negeren Bij het zoeken naar de locatie van een CRL bevat het te-testen certificaat normaal gesproken zogenaamde CRL Distribution Point (DP) items, die URL's zijn waarin beschreven staat hoe de URL benaderd moet worden. Het eerste gevonden DP-item wordt gebruikt. Met deze optie worden alle items die LDAP gebruiken genegeerd bij het zoeken naar een geschikte DP. Primaire host voor LDAP-verzoeken Als u hier een LDAP-server invoert zullen alle LDAP-verzoeken eerst naar die server verstuurd worden. Preciezer gezegd, overschrijft deze instelling alle host- en poort-delen in een LDAP URL en wordt deze ook gebruikt als host en poort uit de URL zijn weggelaten. Andere LDAP-servers worden alleen gebruikt als de verbinding met de proxy niet tot stand kon komen. De syntaxis is HOST of HOST:POORT. Als PORT is weggelaten, wordt poort 389 (standaard LDAP-poort) gebruikt. Crypto-backends Op dit tabblad kunt u aangeven welke backend gebruikt moet worden voor de &openpgp; en &smime; versleutelingen en ontcijfering. Aan de linkerkant ziet u een lijst met beschikbare backends. Onder elke backend staat een lijstje met protocollen die deze backend ondersteunt (bijvoorbeeld &openpgp; of &smime;). Indien een protocol niet wordt weergegeven, dan is dit niet beschikbaar. Indien het er wel staat maar lichtgrijs/inactief is, dan ondersteunt de backend het protocol, maar het programma (of een onderdeel daarvan) om het protocol te gebruiken ontbreekt. Het kan zijn dat u inmiddels deze programma's of onderdelen ervan correct heeft geïnstalleerd. In dat geval kunt u de knop Opnieuw scannen gebruiken. Een venster zal dan het resultaat en eventuele problemen tonen. Om een backend in te stellen, selecteert u de desbetreffende backend en drukt u op de knop Instellen.... De getoonde instellingen zijn afhankelijk van de door de backend aangeleverde instellingen van dat moment. Indien u de backend op een gegeven moment bijwerkt, kunnen de instellingen van deze pagina dus veranderen zonder dat &kmail; zelf bijgewerkt hoeft te worden. Indien de knop Instellen... lichtgrijs of inactief is, ondersteunt de backend deze methode van instellen niet. Bekijk de handleidingen van de backend voor een beschrijving van de instellingen die getoond zullen worden in het dialoogvenster om de backend in te stellen. Voor ieder protocol van een backend staat een keuzevakje, zodat u kunt aangeven welk protocol van welke backend gebruikt dient te worden. Per protocol kan slechts één backend geselecteerd worden. Dus als u &openpgp; activeert van een bepaalde backend, dan zal een eerder gemaakte keuze voor &openpgp; bij een andere backend gedeactiveerd worden, echter de &smime; backend zal ongewijzigd blijven. Indien u geen backend selecteert voor een protocol, dan zal dat protocol niet gebruikt kunnen worden binnen &kmail;. Diversen Mappen Om bevestiging vragen voordat alle berichten naar de prullenbak worden verplaatst Als u deze optie inschakelt, wordt u om een bevestiging gevraagd als u kiest voor MapAlle berichten naar de prullenbak verplaatsen. Berichten gemarkeerd als belangrijk niet laten verlopen Deze optie zorgt ervoor dat belangrijke berichten niet automatisch verwijderd worden als ze verlopen zijn. Bij het zoeken naar ongelezen berichten Hier kunt u instellen wat &kmail; moet doen wanneer u naar het volgende (Spatie) of vorige ongelezen bericht wilt gaan, terwijl er geen ongelezen berichten meer zijn. Als Niet doorlopen is geselecteerd, gebeurt er niets. Als Huidige map doorlopen is geselecteerd, wordt in de huidige map naar nieuwe berichten gezocht. Als Alle mappen doorlopen is geselecteerd, wordt eerst in de huidige map naar een nieuw bericht gezocht. Als het daar niet gevonden wordt, wordt de volgende map doorzocht, enzovoorts. Dit geldt ook als u naar het vorige ongelezen bericht gaat. Naar het eerste ongelezen bericht gaan bij het openen van een map Wanneer deze optie is geselecteerd zal &kmail; naar het eerste ongelezen bericht gaan wanneer een map wordt geopend. Als deze optie niet is geselecteerd, zal &kmail; naar het bericht gaan dat geselecteerd was voordat de map verlaten werd. Geselecteerd bericht markeren als gelezen na... Wanneer een ongelezen bericht wordt geselecteerd, zal de status van het bericht na de ingestelde tijd veranderen in gelezen. Als deze optie niet is geselecteerd zal het bericht zijn ongelezen-status behouden. Vragen wat er moet gebeuren na slepen naar een andere map Indien berichten naar een andere map gesleept worden, zal &kmail; vragen of u wilt dat het bericht gekopieerd of verplaatst wordt. Indien deze optie niet is geselecteerd zal deze vraag achterwege blijven en zal het bericht verplaatst worden. Standaard zijn e-mailmappen op de schijf... Hier kan aangegeven worden in welk formaat nieuwe mappen moeten worden aangemaakt. Map openen bij opstarten Hier kunt u instellen welke map geopend moet worden als u &kmail; start. Als u alleen &imap;-mappen gebruikt, kunt u hier het beste uw &imap;-postvak instellen. Als u dat op deze manier instelt, dan kunt u de lokale folders inklappen. Deze zullen dan ingeklapt blijven, ook wanneer u &kmail; opnieuw start. Prullenbak legen bij afsluiten Als deze optie geselecteerd is, wordt bij het afsluiten van &kmail; de prullenbak geleegd. Groupware Functionaliteit voor IMAP-gegevensbronnen activeren Maakt het mogelijk om de gegevens van Kontact applicaties (KOrganizer, KAddresbook en KNotes) op te slaan in een IMAP-map. Deze optie dient u te selecteren wanneer u gebruik wilt maken van Kolab. Daarna is het mogelijk om in het Configuratiecentrum, in het gedeelte KDE-Componenten, binnen de KDE-Gegevensbronnenconfiguratie de Kolab-bron aan te maken voor de verschillende applicaties. Formaat van de groupware-mappen Kies het formaat waarin de gegevens moeten worden opgeslagen in de groupware-mappen Het standaardformaat is Standaard (Ical/Vcard) voor kalender-mappen (Ical) en adresboek-mappen (Vcard). Dit formaat wordt volledig ondersteund door Kontact. Kolab-gebruikers dienen te kiezen voor Kolab-XML. Dit formaat wordt gebruikt op Kolab-servers en komt nagenoeg overeen met het formaat dat Microsoft Outlook(tm) gebruikt. Taal van de groupware-mappen Kies uit de verschillende talen om de naam in te stellen van de IMAP-mappen voor groupware. Deze functie is alleen gemaakt om samen te kunnen werken met Microsoft Outlook (tm). Wij adviseren om dit niet te wijzigen, tenzij dit echt niet anders kan. Het maakt het wisselen van talen onmogelijk. Bronmappen zijn in account Selecteer hier het account waaronder de groupware IMAP-mappen toebehoren. Selecteer hier het IMAP/DIMAP-account waaronder de mappen bestaan of aangemaakt moeten worden. Standaard maakt een Kolab-server de mappen aan onder Postvak in. Groupware-mappen verbergen Meestal heeft u geen behoefte om de groupware-mappen te zien, aangezien zij geen leesbare informatie bevatten binnen KMail. Met deze optie kunt u er voor zorgen dat u ze niet ziet. De kopschriften Van:/Aan: aanpassen bij antwoorden op uitnodigingen Activeer deze optie om er voor te zorgen dan Microsoft Outlook(tm) de antwoorden op uitnodigingen begrijpt. Uitnodigingen in berichtinhoud verzenden Uitnodigingen worden standaard als bijlage verzonden. Door deze optie te activeren wordt de tekst in het bericht geplaatst in plaats van een bijlage te gebruiken. Dit is nodig om uitnodigingen en antwoorden te versturen naar Microsoft Outlook(tm).