&quantaplus; instellen András Mantia
amantia@kde.org
&Sander.Koning;
&quantaplus; instellen Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het gedrag van &quantaplus; kunt instellen. De dialoogvensters met instellingen zijn beschikbaar vanuit het menu Instellingen. Hier worden er slechts een aantal besproken, de ander zijn niet &quantaplus;-specifiek en worden kort beschreven in . Quanta instellen Het instellingen-dialoogvenster wordt opgeroepen met InstellingenQuanta instellen.... Het dialoogvenster heeft diverse pagina's die één voor één besproken zullen worden. Tagstijl U kunt het gedrag van &quantaplus; met betrekking tot tags en auto-aanvulling wijzigen. De items zijn: Tag hoofd- of kleine letters: of automatisch ingevoerde tags met hoofd- of kleine letters geschreven moeten worden. Standaard hoofd-/kleine letter betekent dat de tags ingevoegd worden zoals ze in de tagXML-bestanden beschreven zijn. Hoofd- of kleine letter voor attribuut: of de automatisch ingevoegde attributen met hoofd- of kleine letters geschreven moeten worden. Standaard hoofd-/kleine letter betekent dat de attributen ingevoegd worden zoals ze in de tagXML-bestanden beschreven zijn. Aanvoerteken bij attributen: welk soort aanhalingstekens er gebruikt wordt bij attributen die door &quantaplus; ingevoegd worden. Optionele tags automatisch sluiten: als dit ingeschakeld is, worden tags waarvoor de sluittag optioneel is automatisch gesloten zodra de > die de tag sluit ingevoerd wordt. Niet-enkelvoudige en niet-optionele tags automatisch sluiten: hetzelfde als hierboven voor de rest van de tags, met uitzondering van enkelvoudige tags. Automatisch aanvullen gebruiken: schakel auto-aanvulling in/uit voor tags, attributen, functies, enzovoort. Openen/sluiten van tags automatisch verversen: als dit ingeschakeld is, wordt een sluittag automatisch bijgewerkt als u de openingstag wijzigt, en omgekeerd. Automatische vervanging van geaccentueerde lettertekens: als dit ingeschakeld is, worden geaccentueerde letters vervangen door hun codes terwijl u typt. Omgeving Een pagina om de omgeving in te stellen samen met wat standaardinstellingen. Mime-bestandstypen: mime-bestandstypen die gebruikt worden om diverse soorten bestanden te herkennen. Gebruik de knop Naar standaard terugzetten om de standaardinstellingen in te vullen. Standaard tekenset: de codering van nieuw aangemaakte bestanden, of van bestanden die anders geladen worden dan met BestandOpenen (waar u de codering kunt instellen). Deze instelling wordt overschreven door dezelfde instelling in Projecteigenschappen als er een project geladen is. Standaard DTD: de DTD die gebruitk wordt voor nieuwe bestanden of voor bestanden waarvan de DTD niet herkend werd. Deze instelling wordt overschreven door dezelfde instelling in Projecteigenschappen als er een project geladen is. Een reservekopie aanmaken: &quantaplus; zal regelmatig reservekopiebestanden aanmaken, dus in het geval van een stroomstoring of crash kan het document hersteld worden vanuit deze reservekopie. Dit is niet hetzelfde als de reservekopie die bij het opslaan van een bestand gemaakt wordt. Zelfs voor niet-opgeslagen documenten wordt een reservekopie gemaakt. Opstartopties: zelfverklarende opties die bepalen wat er bij het opstarten gebeurt. Gebruikersinterface Hier kunt u het uiterlijk van &quantaplus; instellen. De voorbeeldweergave en de documentatie kunnen in het editorgebied of in een aparte hulpmiddelenweergave verschijnen, in welk geval het mogelijk is om de documentatie/voorbeeldweergave en de broncode tegelijk te kijken. Het is ook mogelijk om het uiterlijk van de hulpmiddelenweergave en de documenttabladen in te stellen. Vensterindeling herstellen naar de standaard bij de volgende start is nuttig als u met de gebruikersinterface hebt zitten rommelen door de MDI-modes te wijzigen en de hulpmiddelenweergaves te (ont)dokken. Dit is hetzelfde als de optie --resetlayout op de opdrachtregel. Dit is ook de plaats waar u het gedrag van de bestandsbomen instelt. De sectie Waarschuwingsberichten is nuttig om de waarschuwingen met de optie Volgende keer niet meer tonen in of uit te schakelen. VPL-weergave De plaats om het gedrag van de &VPL; te wijzigen. U kunt een pictogram in plaats van een script laten weergeven en de synchronisatie van VPL- en broncodeweergave in de gesplitste modus instellen. Zie over hoe u de verschillende modi activeert. Ontleder Hier kunt u de ontleder en de structuurboom, de visuele representatie van de ontleedknopen in het document, fijn instellen. Bij Klikt op boomstructuur-items kunt u de acties aanpassen die aan de muisknoppen zijn toegekend als u op de structuurboom klikt. Bij Boomstructuur Uiterlijk & gedrag kunt u instellen welke soorten knopen in de boom zichtbaar zijn, hoe vaak de boom wordt bijgewerkt onder het bewerken en hoe diep de structuurboom automatisch moet openklappen nadat deze is bijgewerkt. Lege knopen zijn witruimte-knopen, lege groepen zijn groepen waarvoor geen element in het huidige document gevonden is. Afkortingen De plaats om afkortingen (een soort sjablonen) in te stellen, die geëxpandeerd kunnen worden naar grotere tekst tijdens het bewerken. Afkortingen worden georganiseerd in groepen, elke groep kan geldig zijn voor meer dan één &DTEP;. Dit betekent dat u een groep kunt hebben die geldig is voor PHP waarbij het afkortingssjabloon "ifclause" iets anders betekent dan in een groep die geldig is voor JavaScript. Acties instellen Het maken en bewerken van gebruikergedefinieerde acties wordt beschreven in . Plugins instellen Hier kunt u uw plugins beheren. Plugins zijn door derden geschreven KPart-toepassingen die in elke toepassing die van KParts gebruik maakt, herbruikt kunnen worden, met als bekendste voorbeeld &konqueror;. Als u een plugin maakt moet u het volgende specificeren: Naam: de voor de gebruiker zichtbare naam Uitvoervenster: plugins kunnen in een tabblad van het editorvenster verschijnen of in een aparte hulpmiddelenweergave onderaan Locatie: het pad naar de plugin, als deze zich niet in een standaardlocatie bevindt als $TDEDIR/lib. Bestandsnaam: het relatieve pad en de bestandsnaam naar het "libtool"-bestand van de plugin, zoals kde3/libcervisiapart.la. Invoer: de plugin krijgt deze informatie bij het opstarten, zodat deze het Huidige bestand, de map van het huidige bestand (Huidig bestandspad) of de Projectmap kan openen. Alleen-lezen gedeelte: schakel dit in als de plugin weigert te laden. Alleen-lezen KParts weigeren normaal te laden zonder deze optie. Plugin valideren: als dit ingeschakeld is, controleert &quantaplus; of de ingevoerde informatie correct is of niet. Schakel dit uit als de plugin nog niet beschikbaar is, maar u deze later zult installeren, zodat u het dialoogvenster kunt sluiten. Zie en voor meer informatie over het gebruik van plugins.